Goede monitoringsgegevens zijn voor het Flevo-landschap van essentieel belang om het beheer goed uit voeren. Pas als bekend is welke broedvogels in een terrein aanwezig zijn kan bepaald worden wat het juiste peilbeheer, maaibeheer, bos(rand)beheer, etc. is. Door de uitkomst van langlopende inventarisaties met elkaar te vergelijken is het effect van het beheer te bepalen en te ‘finetunen’. Voor deze monitoring is Het Flevo-landschap op zoek naar vrijwilligers die ons hierbij willen helpen!
De inbreng van vrijwilligers is met name voor de weidevogelmonitoring (BMP, relatief makkelijk door minder soorten en minder bezoeken) en moerasvogelmonitoring (BMP) onmisbaar. Deze groepen reageren relatief snel op beheeringrepen, waardoor met monitoringsgegevens het beheer snel aangepast kan worden. Daarnaast helpt goede communicatie tussen de vrijwilliger en ons om het beheer actueel te sturen; een weidevogelgrasland kan bijvoorbeeld later gemaaid worden als er bijzondere soorten waargenomen worden.
En natuurlijk ook voor de BMP-inventarisaties van andere broedvogels zijn vrijwilligers altijd welkom. Ook met deze gegevens kunnen wij ons beheer effectiever uitvoeren en hiermee onze doelen beter bereiken.
Heeft u interesse om een gebied te monitoren, neem contact op met Linde van der Burgh. l.vanderburgh@flevolandschap.nl.
Hieronder een overzicht van de gebieden in de directe omgeving van Almere met een beschrijving van de werkzaamheden en wat verwacht wordt dat er aangetroffen wordt
Gebieden rond Almere
- Gorzenveld
Het Gorzenveld is een voormalig rietproefveld, waar onderzoek werd gedaan naar het stimuleren en bestrijden van riet. Nu is het een bijzondere stapsteen in de Zuidlob, met als belangrijkste waarde een vochtig tot nat rietmoeras. In dit gebied zijn de afgelopen periode veel maatregelen uitgevoerd om het waterpeil weer omhoog te krijgen. In het Gorzenveld komen drie natuurbeheertypen voor: Moeras, Kruiden- en faunarijk grasland en Ruigteveld.
Momenteel broeden vijf soorten van de rode lijst in het Gorzenveld, met uitzondering van de gele kwikstaart (grasland) zijn het struweelvogels (koekoek, matkop, spotvogel en kneu) en komen ze ook vooral in het struweel voor. Het moeras kent mooie aantallen van bruine kiekendief, blauwborst en bosrietzanger, naast kleine aantallen rietzanger en sprinkhaanzanger.
Met de monitoringsgegeven van broedvogels wordt het effect van de genomen maatregelen geëvalueerd en het reguliere beheer (o.a. regelmatig vlakken riet maaien) aangescherpt.
Methode: BMP(-B met extra soorten)
- Gruttoveld
Het Gruttoveld is een weidevogelgebied in de Zuidlob. Het gebied bestaat uit natte graslanden, doorkruist door sloten en is omringd door een hogere en drogere rand met gedeeltelijk struweel. In het Gruttoveld zijn in 2017 maatregelen uitgevoerd om het waterpeil te verhogen en beter te regelen. In het Gruttoveld zijn de natuurbeheertypen Ruigteveld, Vochtig weidevogelgrasland (veruit het grootste oppervlak), Haagbeuken- en essenbos en het landschapsbeheertype Poel en klein historisch water benoemd.
In het Gruttoveld broeden diverse soorten weidevogels, waarvan de graspieper de meest voorkomende is. Daarnaast komen Grutto, Tureluur, Veldleeuwerik, en Gele kwikstaart in het gebied voor.
Met de monitoringsgegeven van broedvogels wordt het effect van de genomen maatregelen geëvalueerd en het reguliere beheer aangescherpt.
Methode: BMP-W
- Stichtse Putten
Tijdens de aanleg van de A27 was een deel van de Stichtse Putten in gebruik als zanddepot. Nu is het een natuurgebied met twee verschillende plassen, moeras en bos. De Stichtse Putten vormt een natuurlijke entree tot Zuidelijk Flevoland ter hoogte van de Stichtse Brug, die het oude land over het Eemmeer met Flevoland verbindt. Het is een gebied met een gevarieerd aantal natuurbeheertypen waaronder zoeteplas, moeras, ruigteveld en haagbeuken- essen bos.
Een aantal schaarsere soorten als dodaars, bruine kiekendief, waterral, blauwborst en nachtegaal broeden in het gebied.
Met de monitoringsgegeven van broedvogels wordt het reguliere beheer aangescherpt.
Methode: BMP-(B met extra soorten)
- Pampushout
De Pampushout is een jong stadsbos op voedselrijke klei. Het is een groot gebied, aan de westkant van Almere. Recent zijn in het meest westelijke deel van het Pampushout inrichtingsmaatregelen uitgevoerd als aanloop naar de verandering van polderbos naar stadsbos. Naast het gemengd loofbos komen in de Pampushout mooie waterpartijen voor met natuurlijk ingerichte oevers. Kenmerkend voor de Pampushout is de kombinatie van bos waarbinnen diverse ruigtevelden liggen.
Er broeden bosvogels als appelvink, spechten, boomklever en wielewaal. grauwe vliegenvanger, kneu, koekoek, matkop, nachtegaal, oeverzwaluw, ransuil, spotvogel, zomertortel
Met de monitoringsgegeven van broedvogels wordt het reguliere beheer aangescherpt en kunnen de inrichtingsmaatregelen geëvalueerd worden.
Methode: BMP(-B met extra soorten), in blokken/deelgebieden
- Wilgeneiland
Het Wilgeneiland is een bijzonder stuk Flevoland. Het vormt samen met het Wilgenbos een belangrijke schakel in de Natte As door het verbinden van twee belangrijke moerasgebieden: de Lepelaarplassen en de Oostvaardersplassen. Het Wilgeneiland is een spontaan ontstaan bos met voornamelijk schietwilgen, maar ook geoorde wilg, amandelwilg en boswilg. De wilgen zijn uitgegroeid tot flinke bomen en er is een echt natuurbos ontstaan. Midden in het bos ligt een grote plas en flinke stukken ruigte. Alles is niet even toegankelijk.
In het Wilgenbos/Wilgeneiland zijn broedvogels in 1999 gekarteerd. Een vergelijking van beide jaren laat zien dat de vogelbevolking behoorlijk is veranderd in die periode. In het bos broeden bosvogels als appelvink, spechten, boomklever en wielewaal.
Met de monitoringsgegeven van broedvogels wordt het reguliere beheer aangescherpt. Daarnaast worden de gegeven benut voor de planontwikkeling van het gebied in het kader van Nationaal Park Nieuwland.
Methode: BMP(-B met extra soorten)
- Vaartsluisbos
Een (landschappelijke) tegenhanger van het Wilgeneiland is het vlakbij gelegen Vaartsluisbos: een bos waar de populier kenmerkend is. In rechte lijnen en geordende vakken laat deze boom een stukje historie van Flevoland zien.
Vergeleken met de kartering in 2000 verdwenen vooral soorten van ruigte en halfopen terrein uit het gebied. Het gaat om boompieper, witte kwikstaart, blauwborst, putter, kneu en rietgors. De grasmus nam in aantal af. Algemenere bosvogels zijn in 2000 niet geïnventariseerd, waardoor hier geen trend benoemd kan worden. Soorten van ouder bos, als grote bonte specht, grauwe vliegenvanger, boomklever en appelvink namen in aantal toe.
Met de monitoringsgegeven van broedvogels wordt het reguliere beheer aangescherpt. Daarnaast worden de gegeven benut voor de planontwikkeling van het gebied in het kader van Nationaal Park Nieuwland.
Methode: BMP(-B met extra soorten)